Afkopen of omzetten pensioen eigen beheer ex-partner dga

In V&A 18-001 beantwoordt het CAP de vraag of een ex-partner van een DGA het in eigen beheer verzekerde pensioen kan afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting (ODV). Uitgangspunt is de situatie waarbij de echtscheiding in het verleden heeft plaats gevonden. Daarbij is het pensioen verevend conform de standaardverevening van de  Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS). De ex-partner heeft daarbij het recht op uitbetaling van 50% van te verevenen ouderdomspensioen verkregen. Daarnaast heeft de ex-partner
een aanspraak op een bijzonder partnerpensioen in de zin van artikel 3a Wet VPS verkregen. Het CAP concludeert dat de ex-partner het betreffende deel van het ouderdomspensioen niet kan afkopen of omzetten in een ODV. Dit kan alleen als de ex-partner een eigen aanspraak heeft gekregen via conversie.

 

De conclusie van het CAP is dat de eigen pensioenaanspraken van de ex-partner kunnen worden afgekocht of omgezet in een ODV. Er zijn vanuit fiscaal-juridisch oogpunt dus geen belemmeringen. Maar het blijft de vraag of afkoop of omzetting in de praktijk wel mogelijk is. Het pensioen is in eigen beheer verzekerd en de BV is de uitvoerder. Slechts als de BV (feitelijk de ex-partner/DGA) instemt met een dergelijk verzoek, behoort afkoop of omzetting tot de mogelijkheden. Het lijkt ons dat de BV zal willen meewerken omdat de BV dan door afstempeling van een deel van haar verplichtingen ontslagen wordt. Ter voorkoming van schenkingsaspecten zullen hierover afspraken gemaakt moeten worden.

 

Het antwoord van het CAP is ook van belang voor ex-partners die de eigen pensioenaanspraak via de omvorming in een ODV willen omzetten in een lijfrente. De ODV-regels staan immers omzetting in een lijfrente toe. Weet dat een BV geen toegestane uitvoerder is van een lijfrente. Het bedrag van de ODV zal dan dus extern moeten worden ondergebracht. Er kan een lijfrente worden aangekocht bij een toegelaten lijfrente-uitvoerder, zoals een verzekeraar, een bank of een beleggingsinstelling.

 

Bron: Nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau, Nummer 173 – februari 2018.