Na 20 jaar alsnog pensioenverevening

Partijen zijn in 1974 in algehele GvG gehuwd. Het huwelijk is in 1996 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Partijen zijn geen regeling overeengekomen met betrekking tot de tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenaanspraken. De man heeft op 08-09-2016 zijn pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Bij brief van 01-04-2016 heeft de advocaat van de vrouw verzocht om informatie te verschaffen over de opgebouwde pensioenaanspraken. De man heeft op deze brief niet gereageerd. In het bestreden vonnis heeft de rechtbank de man veroordeelt om met ingang van 01-07-2017 aan de pensioeninstelling de opdracht te geven het maandelijkse verschuldigde bruto pensioen waarde de vrouw op grond van de WVPS aanspraak op heeft aan de vrouw uit te keren.

 

De man vordert in hoger beroep vernietiging van het bestreden vonnis. De memorie van grieven bestaat uit 2 grieven:

  1. De man stelt dat de vrouw afstand heeft gedaan van haar vorderingsrecht jegens de man aangezien de vrouw in de echtscheidingsprocedure werd bijgestaan door een advocaat, de echtscheidingsbeschikking een bevel tot boedelscheiding bevat, maar de vrouw heeft nagelaten dit bevel uit te voeren. Het hof geeft aan dat voor afstand van een vorderingsrecht is vereist dat partijen daarover wilsovereenstemming bereiken. Het enkele stilzitten van de vrouw gedurende 20 jaar is onvoldoende om re concluderen dat de vrouw haar vorderingsrecht op pensioenverevening heeft prijsgegeven. Verder beroept de man zich op rechtsverwerking. De man geeft aan dat hij nogal is overvallen door de vordering van de vrouw (20 jaar na scheiding). Het hof geeft aan dat enkel tijdsverloop onvoldoende is voor het aannemen van rechtsverwerking. De aard van de vordering brengt mee dat deze jaren na de echtscheiding bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd aan de orde kan komen.
  2. De man stelt dat de vrouw gedurende het huwelijk pensioen moet hebben opgebouwd. Het hof oordeelt dat tijdens het huwelijk geen pensioen heeft opgebouwd op basis van de ingebrachte stukken (brief d.d. 30-09-2017 van het pensioenfonds en een uittreksel van mijnpensioenoverzicht.nl).

Beide grieven falen. Het hof zal het bestreden vonnis bekrachtigen.

 

Lees de volledige uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2018:2574